H3 Bezoekuur

in Persoonlijke verhalen

Mijn beste vriendinnen komen geregeld op bezoek. Ook de jongens uit onze vriendengroep komen even hallo zeggen, laten de meiden bij mij achter en gaan zelf naar de bezoekersruimte in de gang. Daar krijgen ze koffie en frisdrank uit de automaat. Op de ontmoetingskamer in de gang hoor ik ze hardop praten en lachen. Het lijkt wel een uitje voor ze. Ik loop met mijn infuus naar die ruimte. Ik hoop het sfeertje te proeven die mijn vrienden daar met elkaar delen. Met een grijns sta ik in de deuropening. Het valt stil. Alle ogen zijn op mij gericht. Alsof ik een bejaarde zieke ben, met wie je rekening houdt. Opeens ben ik niet meer een van hen.
 Ik zeg zachtjes ‘hallo’, de groep reageert geschrokken met ‘hallo’ terug. Sommigen gaan zitten, anderen weten zich geen raad met mij en kijken snel weg, zodat onze blikken elkaar niet kruisen. Het is een ongemakkelijk samenzijn op deze wijze, dus besluit ik rechtsomkeert te maken. Met mijn bleke, schriele verschijning heb ik ze waarschijnlijk flink laten schrikken. Hoe haal ik het ook in mijn hoofd om daar te komen? Het is stil, doodstil, eenmaal gedraaid en op weg naar mijn kamer, komt het geroezemoes weer op gang. Ik voel me verdrietig. Hoe zal het straks gaan als ik weer terug naar school ga?

Een van de meiden voelt goed aan dat ik een oppepper kan gebruiken, ze vertelt honderduit over die jongen, die ze ontmoette tijdens het feestje met oudjaar, waar ik ook biJ was. Ze probeert de sfeer van toen weer boven te halen. Ik glimlach, ik ben blij voor haar en kijk ook met veel plezier terug op die avond, ook al was ik toen al niet fit. Ik vraag me af of ik me ooit weer goed genoeg zal voelen om feestjes te vieren en of jongens mij nog wel interessant zullen vinden.
 ‘Hoe is het op school? Heb ik veel gemist?
 ‘Nee, maak je nou niet druk, dat komt allemaal wel goed.
Je moet eerst herstellen. Ik zorg ervoor dat je mijn aantekeningen krijgt,’ zegt mijn vriendinnetje die naast mij in de klas zit.
 ‘Dank je wel, dat is fijn.
Even is het stil.
 ‘Hoe was de hockeytraining?’ vraag ik mijn vriendinnetje uit mijn team.
 ‘Ja, we hebben je gemist.’
Mijn leven staat stil in deze kamer, buiten de ziekenhuismuren gaat het leven door. Ik kan mij nog geen voorstelling maken van hoe het leven er straks voor mij uit zal zien.

chronische ziekte

Terug naar overzicht